Toen ik nog niet zelf jam maakte kocht ik altijd het liefst sinaasappelmarmelade. Van die lekkere Engelse, niet te zoete jam. Broodje roosteren met ruim boter en jam, kopje thee, super ontbijt!
Eens per jaar, ergens begin januari, kun je bittere sinaasappels kopen. Ze heten ook wel Sevilla sinaasappels of pomerans, en liggen minder dan een maand in de winkel, dus je moet er snel bij zijn!
Ik kocht een kilo sinaasappels en dat was ruim genoeg voor 5 potten jam. De dag voor je jam gaat maken leg je de ongeschilde sinaasappels in een grote pan met water, laat het een uurtje zacht koken, en daarna laat je de sinaasappels afkoelen in het water.
De volgende dag snijd je ze in parten en probeert zo veel mogelijk sap en vruchtvlees uit deze parten te persen en knijpen. Het makkelijkste gaat het met de hand en een mesje. Haal wel eerst de pitten er uit! Van 1 sinaasappel snijd je de schil in hele dunne reepjes, voeg deze bij het sap.
Meet de vloeistof en vul het met water aan tot 1 liter. Breng het aan de kook en voeg geleisuiker of gewone suiker toe (zo'n 750 gram suiker op een liter vloeistof zou ik zeggen, ik ben vergeten het te wegen).
Laat de jam 4 minuten doorkoken en giet deze in potjes. Draai het deksel er op en zet de potjes 5 minuten op hun kop. Daarna kun je de jam minstens een jaar in de kast bewaren.
P.s.: mijn familie wijst me er op dat het een beetje stil is op het blog: in de winter is er niet zo veel te doen, geen mooie tuinfoto's, geen lekker fruit in te maken... Komt van de zomer dus weer!